woensdag 28 september 2011

Reflectie woensdag 28 september

Vandaag was de vijfde bijeenkomst; 'sociaal constructivisme'. Een hele mond vol, maar wel interessant vond ik. Het ging over een bepaalde stijl waarin jij je onderwijs kan geven. Ik had er nog nooit van gehoord, dus dit was voor mij compleet nieuw. Het is wel een stijl dat mij aanspreekt: veel uit de kinderen laten komen en ze een actieve rol laten spelen bij het leerproces, sociale processen spelen een belangrijke rol, ik vond het erg goed klinken!

Ook hebben we het vandaag gehad over onze leerstijl. Er zijn er vier: een doener, een denker, een beslisser en een dromer. Bij mij kwam er dromer uit. In eerste instantie dacht ik 'dat klopt niet!' maar na goed te hebben gelezen wat er wordt verstaan onder een dromer kwam ik daar al snel op terug. Ik kijk inderdaad graag eerst naar iemand die het voordoet voor ik zelf aan de slag ga. Een leuke opheldering voor mezelf dus!

Voor mijn reflectievragen heb ik gekozen om het te doen over het sociaal constructivisme, dit was immers compleet nieuw voor mij.

Wat was nieuw voor je? Het begrip sociaal constructivisme was compleet nieuw voor me. Ook wat het inhoudt was geheel nieuw voor mij.

Wat heb je ervan geleerd? Ik heb ervan geleerd dat het vooral een heel vrije manier van onderwijzen is. De kinderen spelen een belangrijke en actieve rol binnen het leerproces, iets wat ik zelf heel belangrijk vind. Ze kunnen zelf nadenken over het onderwerp en voorstellen doen. Zo sluit het nog beter aan bij hun belevingswereld en interesses.

Wat ben je van plan met deze nieuwe kennis/inzichten te gaan doen? Ik ben zelf een groot voorstander van een actieve rol van de kinderen bij het leerproces! Ik ben dan ook al een tijdje bezig dit zelf te doen in mijn stage. Dit gaat steeds beter maar kan nog beter. Ik ben dan ook van plan om tips en voorbeelden die ik vandaag heb gehoord te onthouden om ze zelf eens toe te passen in mijn stageklas.

zondag 25 september 2011

Reflectie woensdag 21 september

Alweer de vierde bijeenkomst. Vandaag heb ik veel herkenbare dingen gehoord uit voorgaande jaren. Blij dat het me bekend voorkwam, anders was er iets mis gegaan afgelopen twee jaar...
Ik heb dan ook bij deze bijeenkomst niet veel nieuwe informatie gehoord. Wel kwamen er de fasen van spelontwikkeling naar voren. Dit was wel compleet nieuw voor mij! Daarom zal ik mijn reflectie hierop maken.

Wat was nieuw voor je? De vier fasen van spelontwikkeling, namelijk:
1. Manipulatief spel.
2. Rolgebonden handelen.
3. Thematisch rollenspel.
4. Vaktaalspel.

Wat heb je daarvan geleerd? Ik weet nu wat er onder elke fase verstaan wordt en welke voorbeelden daarbij passen. Nu kan ik dus een spelvoorbeeld in de goede fase plaatsen.

Wat ben je van plan met deze nieuwe kennis/inzichten te gaan doen? Ik had het er al met Michelle over in de klas en wij zijn allebei benieuwd hoe het met de spelontwikkeling zit in onze stageklas, in welke fase zij zitten. Ik ga dus observeren in mijn stagegroep om ze zo in de goede fase te kunnen plaatsen. Dit is goed om te weten, zodat ik een spelles hierop aan kan passen en het dus niet te hoog gegrepen is voor ze.

Toepassingskaart 6a: ontwikkelingsmaterialen.

Om deze opdracht uit te kunnen voeren,  hebben wij een workshop hierover gekregen. Hierbij kregen wij een inleiding over de verschillende materialen, waarna we vervolgens zelf aan de slag gingen met het materiaal. Het doel hiervan is dat wij meer inzicht krijgen in het materiaal en er beter naar kijken dan anders. Zo moeten we kijken naar de hanteerbaarheid, aantrekkelijkheid etc.

Hieronder is een verzameling van verschillende materialen te vinden met een korte beschrijving a.d.h.v. een beschrijvingskaart.

1. Ringen en stokjes.
Ringen en stokjes behoort tot het constructie en compostitiemateriaal. Het bestaat uit houten stokjes en ijzeren ringen. Het is redelijk hanteerbaar, soms wat priegelig. Wel is dit een goede oefening voor de fijne motoriek daardoor. Het kan qua aantrekkelijkheid beter. Het bevat geen kleur waardoor het gelijk minder aanspreekt. Door met dit materiaal aan de slag te gaan, werk je aan verschillende ontwikkelingen, namelijk:
* Uiten en vormgeven
* Voorstellingen vormen en creativiteit
* Zelfstandigheid
* Motorische vaardigheden
* Waarnemen en ordenen
* Schematiseren en symboolvorming
* Hoeveelheden en bewerkingen

Dit materiaal is het beste individueel te gebruiken, maar in tweetallen en eventueel een klein groepje is mogelijk. Dit zal echter niet vaak voorkomen. Voor het eerste gebruik is een toelichting nodig, daarna niet meer. Het is zelfcorrigerend materiaal en geschikt voor kinderen vanaf 5 jaar.


2. Communicatie.
Dit ontwikkelingsmateriaal behoort tot het speel- leermateriaal. Het bestaat uit vrolijke platen met veel kleur en herkenbare situaties. De pinnen hebben ook elk een eigen kleur en alles is van plastic. Het bord is groot, de pinnen redelijk groot. Voor jonge kinderen misschien wat lastig nog, maar wel goed voor de motoriek.
De verschillende ontwikkelingen waaraan je werkt zijn als volgt:
* Communiceren
* Uiten en vormgeven
* Samen spreken en samen werken
* Verkennen van de wereld
* Motorische vaardigheden
* Woorden en begrippen
* Hoeveelheden en bewerkingen

Dit materiaal is vooral ontworpen om de mondelinge taalvaardigheid te vergroten. Dit kun je dus doen in tweetallen, eventueel in een groepje maar dit zal weinig voorkomen. Voor het eerste gebruik is toelichting nodig, daarna niet meer. Je kunt zelf je fouten ontdekken, dus is het ook zelfcorrigerend. Dit kan gebruikt worden voor kinderen vanaf 4 jaar, groep 1/2 dus.

3. Systeemrijgen met kralen.
Ook dit behoort tot de constructie en compositiematerialen Het ziet er heel kleurrijk uit met veel verschillende vormen. De kralen zijn van hout, de voorbeeldplankjes van plastic en daarnaast nog touw om het aan te rijgen. Het is redelijk hanteerbaar, voor jonge kinderen is dit best een priegelwerkje! Het spreek wel aan om ermee aan de slag te gaan!
Door dit te doen werk je aan:
* Zelfstandigheid
* Motorische vaardigheden
* Waarnemen en ordenen
* Schematiseren en symboolvorming

Het doel is het systeem te herkennen van het voorbeeld en dit kunnen omzetten in jouw eigen handeling. Hierbij moet je letten op kleur en vorm. Hierbij is geen echte toelichting nodig, spreekt voorzich. Het is zelfcorrigerend materiaal, waardoor dit goed individueel te gebruiken is. Het is geschikt voor kinderen in groep 1/2.

4. Kijk-doe 1.
Deze hoort bij het constructie en compositiemateriaal. Het is wederom erg aantrekkelijk door de vele kleuren en vormen. Het materiaal is kunstof (plankjes) en hout (vormen). Het is redelijk hanteerbaar, plankjes zijn namelijk groot, maar de vormen wel wat klein.
Je werkt bij dit materiaal aan de volgende dingen:
* Uiten en vormgeven
* Voorstellingen vormen en creativiteit
* Zelfstandigheid
* Motorische vaardigheden
* Waarnemen en ordenen
* Schematiseren en symboolvorming
* Hoeveelheden en bewerkingen

Het doel is om de kinderen de kleuren te laten herkennen met de bijbehorende vorm en deze op de juiste plaats te leggen (plaatsbepaling). Dit is geschikt voor individueel gebruik, maar kan ook met meerdere personen. In de praktijk wordt het vooral individueel gebruikt. Voor het eerste gebruik is een korte uitleg nodig, daarna niet meer. Het materiaal is zelfcorrigerend. Een geschikte leeftijd is vanaf 4/5 jaar.

5. Leesrups.
Dit ontwikkelingsmateriaal hoort in het rijtje thuis van het speelleermateriaal.
Het bestaat uit plastic kaartjes met daarop een woord en een afbeelding. Het ziet er aantrekkelijk uit door de kleuren en plaatjes. Het is goed te hanteren voor kinderen.
Je werkt door dit te spelen aan de volgende ontwikkelingen:
* Samen spreken en samen werken
* Communiceren
* Zelfstandigheid
* Woorden en begrippen
* Schematiseren en symboolvorming
* Geschreven en gedrukte taal

Het doel van dit materiaal is om de kinderen de woorden te laten herkennen en te leren. Je kan dit individueel spelen, maar ook samen. Er is wel toelichting nodig voor je het voor de eerste keer kan gebruiken. Het is moeilijk zelf te corrigeren, maar wel mogelijk. Je ziet namelijk niet snel waar je dan de fout hebt gemaakt. Het is geschikt voor kinderen die al een beetje kunnen lezen, dus eind groep 2/groep 3.

6. Vouwen.
Dit behoort tot de vormgevende materialen. Het bestaat uit allerlei bvlaadjes van verschillende grootte en kleuren. Het is redelijk hanteerbaar omdat het natuurlijk dun is. Wel goed om de fijne motoriek te stimuleren. Het is heel aantrekkelijk door de vele kleuren maar ook doordat ze hun eigen creativiteit erin kunnen leggen.
Bij het vouwen werk je aan de volgende ontwikkelingen:
* Uiten en vormgeven
* Voorstellingen vormen en creativiteit
* Zelfstandigheid
* Motorische vaardigheden
* Gereedschappen en technieken


Het doel ervan is om de kinderen ruimtelijk inzicht te geven en de oog-hand coordinatie/motoriek te verbeteren. Je kund dit individueel doen en is zelfcorrigerend. Er is geen toelichting nodig. Het is geschikt voor de leeftijd vanaf 4 jaar.

donderdag 15 september 2011

Reflectie Woensdag 14 september

De derde bijeenkomst, langzaam begint het allemaal een beetje duidelijk te worden. Ik heb minder chaos in mijn hoofd, gelukkig! Ik was dan ook benieuwd naar wat deze bijeenkomst zou brengen. 
Al snel werd dit duidelijk. Vandaag gingen we aan de slag met een groepsplan. Eerst werd stap voor stap uitgelegd hoe het werkt en hoe je zo'n plan maakt. Dit was voor mij erg duidelijk doordat je alle stappen rustig langsloopt. Vervolgens kregen wij een groepsplan en een aantal kinderen die wij moesten plaatsen in het groepsplan. Door deze opdracht was het voor mij helemaal duidelijk hoe het werkt en waar je op moet letten. Het was leuk en zeker handig om dit met elkaar nader te bekijken. 

De antwoorden op de vragen voor deze bijeenkomst zijn als volgt:
1. Wat was nieuw voor je? Eigenlijk alles wat met het maken en bekijken van een groepsplan te maken heeft. Ik wist natuurlijk wel dat elke leerkracht zich hiermee bezighoudt, maar ik heb nog nooit echt gehoord en gezien wat het precies inhoudt. 
2. Wat heb je ervan geleerd? Ik weet nu precies welke stappen je moet doorlopen om tot het maken van een groepsplan te komen. Door de duidelijke powerpoint als ondersteuning was het voor mij heel overzichtelijk en heel goed te begrijpen en volgen. Door zelf aan de slag te gaan met die opdracht weet ik nu dat ik de stof heb begrepen. Het ging bij ons in de groep goed. We keken naar de juiste punten en wisten ze goed in te delen met een juiste onderbouwing. Ik weet nu goed hoe je het maken van een groepsplan aan moet pakken. 
3. Wat ben je van plan met deze nieuwe kennis/inzichten te gaan doen? Ik ben van plan om me zometeen in mijn stageklas hierin te verdiepen. Ik zou graag willen weten hoe mijn mentor het maken van een groepsplan aanpakt en wat het uiteindelijke resultaat is daarvan. Ik hoop dat mijn mentor me toelaat hier inzicht in te krijgen. Wanneer dit niet mogelijk is, wil ik me er zelf in verdiepen door me nog meer in te lezen over het maken van een groepsplan. 

Ik vond deze bijeenkomst erg leuk en nuttig. Hier heb je echt iets aan!

dinsdag 13 september 2011

Toepassingskaart 1: Mindmap

Voor toepassingskaart 1 moesten we
een mindmap maken.
Hierbij mijn eindresultaat.

Reflectie Dinsdag 6 september 2011

Na de introductiebijeenkomst moest ik thuis echt even bijkomen! Er kwam best veel op me af en na twee maanden is dat even omschakelen! Ik besloot me er niet druk om te maken en te denken 'het komt vast allemaal wel goed!'. Daarom ging ik vandaag ook met een rustig gevoel naar de tweede bijeenkomst.
Tijdens deze bijeenkomst heb ik al veel geleerd, onder andere over waar wat zit in je hersenen en hoe je een mindmap maakt en wat het eigenlijk is.
Om een goed overzicht te krijgen van elke bijeenkomst zijn er drie vragen die ik elke keer beantwoord en vandaag is dan de eerste keer!

1. Wat was nieuw voor je? Eigenlijk was alles wat betreft het mindmappen nieuw voor me. Ik had er wel al eens van gehoord en wist dat het een manier was om je te helpen bij het leren, maar hoe en wat het precies was wist ik niet.
2. Wat heb je daarvan geleerd? Ik heb geleerd wat een mindmap precies is en hoe die werkt. Zo is het dus de bedoeling dat je twee hersenhelften elkaar stimuleren en aanvullen. De linkerhersenhelft is meer van de kennis en grafieken, terwijl de rechterhersenhelft juist meer van emotie en kleur is. Door dit te combineren in je mindmap, gebruik je dus beide helften.
3. Wat ben je van plan met deze nieuwe kennis/inzichten te gaan doen? Ik heb voor de toepassingskaart een mindmap gemaakt, maar ik ben ook van plan dit te doen voor het leren van mijn toetsen. Ik ben benieuwd of deze methode voor mij werkt of niet en daar kom je maar op één manier achter natuurlijk!

Reflectie Maandag 5 september 2011

Vandaag was het dan zover, de eerste schooldag! Na een korte kennismaking begonnen we met het krijgen van informatie over dit schooljaar. Dit jaar is verdeeld in 4 perioden met elk een eigen thema. We beginnen dit jaar met het thema 'Hersenen in actie', een thema dat mij gelijk aansprak. Vandaag hebben we onder andere gehoord dat we een weblog moeten maken, iets waarbij ik gelijk dacht 'nee, daar ben ik toch niet voor gemaakt?!'. Gelukkig ben ik er toch in geslaagd er één aan te maken! Hierop zal ik mijn reflecties van alle bijeenkomsten zetten en ook de opdracht van vandaag: mijn 5 doelen voor deze periode.Ik vind het altijd lastig om doelen te formuleren, daarom heeft het ook even geduurd voor ik ze eindelijk heb geformuleerd.
Mijn 5 doelen voor deze periode zijn:
1. De lat voor mezelf niet te hoog leggen. Ik leg de lat eigenlijk mijn hele leven al (te) hoog en daardoor bezorg ik mezelf meer stress dan nodig is. In mijn laatste stagebeoordeling is dit ook een punt van kritiek geweest. Ik ben niet snel tevreden en denk altijd 'het had beter gekund'. Dit is niet altijd even goed, dus probeer ik nu tevreden te zijn met mijn resultaten, want ik weet dat ik er altijd alles uithaal wat erin zit!
2. Meer ingaan op het individu. Ik hoop tijdens mijn stage weer veel tijd te krijgen om met kinderen apart te gaan zitten en die de extra hulp te geven die ze nodig hebben. Ook wil ik me verdiepen in de leerstijlen van de kinderen zodat ik daar mijn lessen op aan kan passen.
3. In deze periode minimaal 1 correcte hersenvriendelijke les uitvoeren. Dit sluit natuurlijk aan bij het thema van deze periode. Voorheen had ik nooit van deze term gehoord eerlijk gezegd, maar nu ik weet wat het inhoudt ben ik een groot voorstander!
4. Inzicht krijgen in de werking van de hersenen en hoe je hier in de klas rekening mee kan houden. Tijdens deze periode hoop ik meer kennis te krijgen van de werking van de hersenen, met name voor het aanleren van nieuwe kennis. Ik weet al dat je verschillende leerstijlen hebt, zoals auditief of juist liever visueel, maar wil hier graag dieper op in gaan. Ook wil ik graag leren hoe je hier het beste op in kan spelen in de klas.
5. Alles wat ik leer in de colleges en bijeenkomsten toepassen in mijn stage. Je leert het natuurlijk niet voor niks!

Ik hoop mijn doelen te kunnen bereiken deze periode, maar ik heb er alle vertrouwen in dat het gaat lukken!

dinsdag 6 september 2011

Start PABO 3

Het nieuwe schooljaar is weer begonnen!
Met frisse moed zijn we dit jaar begonnen aan het thema 'Hersenen in Actie'.
Een thema wat ik persoonlijk erg interessant vind.
De bedoeling van deze digitale Themamap is dat ik bijhoud wat ik tijdens de bijeenkomsten heb gedaan en wat ik voor nieuwe kennis en inzichten heb gekregen. Ook zal ik daarbij vermelden wat ik met die nieuwe informatie wil en ga doen.

De drie vragen die elke keer centraal staan zijn:
1. Wat was nieuw voor je?
2. Wat heb je ervan geleerd?
3. Wat ben je van plan met deze nieuwe kennis/inzichten te gaan doen?

Veel leesplezier!

Groetjes Manon