dinsdag 8 november 2011

Toepassingskaart 4. 1-Zorgroute Rekenen

In mijn stagegroep zijn er grote verschillen in de rekenniveaus. Wij werken daarom al standaard in vier verschillende niveaus. Voor deze opdracht heb ik 1 groepje gekozen dat uit drie leerlingen bestaat. Zij rekenen op het niveau van groep 3. Op deze school is er daarom ook geen vaste leerlijn. Er wordt per klas gekeken wat er uit te halen valt en daarop wordt het groepsplan gebaseerd.

In dat groepsplan kwamen een aantal dingen naar voren die voor de hele klas gelden, ongeacht welk niveau, namelijk:
* Duidelijkheid wat betreft de werktijd.
* Visuele ondersteuning door bijvoorbeeld een rekenrek, kralenketting of namaakgeld.
* Duidelijkheid wat er van ze verwacht wordt.

Voor een aantal kinderen zijn er ook specifieke behoeftes. Zo is er een leerling die vaak voor de tijd om is haar werk klaar heeft en dus een vervolgopdracht nodig heeft. Ook is er een leerling die zich moeilijk kan concentreren en het beter gaat wanneer er iemand naast hem ziet die hem eventueel kan helpen. Ook zijn er een aantal die extra complimentjes nodig hebben. Niet een algemeen compliment maar een persoonlijke.

Voor deze opdracht heb ik dus een groepje gekozen dat rekent op groep 3 nveau. Ik heb gekozen voor het onderdeel geldrekenen omdat ze hier de meeste moeite mee hebben.
Hieronder zie je mijn groepsplan voor deze groep op dit onderwerp.
Uit privacy overwegingen heb ik de namen veranderd in leerling A,B en C.


De drie lessen:
Les 1: Niveau inschatten.
Bij de eerste les heb ik verschillende vaardigheden wat betreft geldrekenen bij elkaar gezocht. Ik heb deze gezamenlijk gedaan en voor mezelf genoteerd in hoeverre het bij iedere leerling lukte. Zo had ik een goed overzicht voor mezelf en kon ik voor de komende twee lessen een geschikte samenstelling van opdrachten maken.

Les 2: Geschikte opdrachten.
Omdat er een tweetal opdrachten al goed beheerst werden (het besef van het verschil tussen een euro en een eurocent en hoe moet je betalen) ging ik deze les in op het kopen van producten en kijken of ik genoeg geld daarvoor heb. Dit was lastig, maar daarom juist deze extra instructie. Door eerst samen wat sommen te doen, kwam steeds meer het begrip boven van hoe je deze sommen aan moet pakken. Wanneer ik ze alleen het af liet maken, ging dit op 1 leerling na goed. Bij de derde leerling maakte ik nog een paar sommen samen, tot ik de vraag kreeg 'Mag ik het nu zelf proberen juf?'. Natuurlijk liet ik dit toe. Uiteindelijk was het bij alle drie de leerlingen goed gegaan en wist ik dat ik de opdracht voor morgen een stapje moeilijker kon maken.

Les 3: Stapje moeilijker.
Doordat het gisteren bij alle drie de leerlingen gelukt was, heb ik deze les de opdrchten een stapje moeilijker gemaakt. Rekenden we gisteren nog met hele euro's en 50 cent, zo kwamen er vandaag ook bedragen als €1,70 aan de orde. Dit was in het begin verwarrend, maar door de gezamenlijke start lukte het ze uiteindelijk ook zelf, met hier en daar wat hulp. Duidelijk te merken was dat het namaakgeld een heel positief effect had op de leerlingen. Daardoor zagen ze het voor zich en maakte het het veel makkelijker.

Terugkijkend op deze lessen ben ik zeer tevreden, zo ook mijn mentor. We hebben gezien dat ze nu meer plezier hebben in het rekenen met geld en het ook beter snappen doordat ze nu echt met het geld zelf bezig waren, en niet alleen met een tekening uit het boek. Ik heb dan ook afgesproken met mijn mentor dat we hier zeker zo mee doorgaan!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten